Op weg, april t/m juli 2023

We liggen in de kleine korte golfjes van het Spaanse Water op Curaçao geankerd. Een vertrouwde plek met oude bekenden. De zeiltocht van Bonaire naar hier was een waggelend snoepreisje. We genieten van de ochtendbries in de kuip en nemen de tijd voor een uitgebreid ontbijt. En nu?


“Koen, zullen we even een kluslijstje maken van alle dingen die nog moeten gebeuren aan de boot?” Koen kijkt een beetje moeilijk en ik hoor een diepe zucht. “Ja, ik weet het wel, we zouden hier vakantie gaan vieren. Maar er is ook nog best veel te doen.” Ik zeg het enigszins aarzelend. Ik weet dat Koen een beetje ‘over-stressed’ is na het intensieve klusjaar op Bonaire en ik wil hem dus ook niet teveel belasten. Maar er zijn ook nog heel veel (kleine) klusjes te doen en ik hou nu eenmaal van overzicht…De kluslijst wordt in de dagen daarna opgesteld en bijgesteld. En in de weken die volgen voortvarend opgepakt en voor een groot deel ook afgevinkt. Maar wel op z’n Caribisch: poco poco, langzaam aan.

We wisselen de werkzaamheden af met dagen dat we er in ons huurautootje op uit trekken. We waren al drie keer eerder op Curaçao en kennen dus al een behoorlijk groot deel van het eiland. Toch ontdekken we nog steeds voor ons nieuwe plekjes. Grotten, wandelpaden, baaitjes. Koelbox met boterhammen, fruit en heel veel koud water mee. Dat laatste komt uit onze nieuwste aanwinst aan boord: een vriezer. Ik word zo blij van dit zwarte kubusje in de achterhut! Want naast dat het handig is om voor een hele week brood en vleeswaren etc in te slaan, kunnen we ijsklontjes maken! Heerlijke ijskoude drankjes en flessen ijswater meenemen als we een dagje op pad gaan. Pure luxe!

Af en toe springen we uit de band en pikken een terrasje. En omdat we op deze dagen de toerist uithangen komen we natuurlijk altijd op de duurste terrassen terecht. Een, overigens overheerlijke, ijskoffie van €10,- of een biertje van €7,-. Belachelijke prijzen natuurlijk, maar ach tijdens vakantie moet dat kunnen toch?…


We vinden het best moeilijk om in die vakantiemodus te functioneren. We zijn nog teveel bezig om de HM nog praktischer en mooier te maken dan ze al is. Koen maakt extra kastjes in de kajuit en kombuis en in de achterhut die inmiddels is gepromoveerd tot mancave alias garage alias berging. Hij creëert een loungebank in de kajuit zodat we Max voortaan lekker lui hangend in de bank op het hoogste podium kunnen zien stappen. En hiermee creëren we tevens opbergruimte voor de nieuwe tweedehands spinnaker die we in Bonaire op de kop hebben getikt. Ik houd me ondertussen bezig met het poetsen van al het rvs en het verwijderen van alle kit-resten, verfspetters en epoxy-sporen die bij de noeste arbeid en in het vuur van de strijd om alles weer roestvrij en waterdicht te krijgen, her en der zijn achtergebleven op het dekbeslag, luiken en zwemplateau. Samen fabriceren we zonneschermen voor aan de dockhouse en bekleden een nieuw kussen voor op de loungebank. Waarbij Koen het uittekenen en meetwerk voor zijn rekening neemt en ik één en ander achter de naaimachine tot een, al zeg ik zelf, best aardig eindresultaat fröbel.  



Toch proberen we ook regelmatig ‘niks’ te doen. Want niks doen is ook iets doen. Het mag gewoon. Het gevoel van ‘denken dat je iets moet maar eigenlijk niets moet’ doet me regelmatig terugdenken aan de tijd dat ik nog ‘echt’ aan het werk was. Toentertijd had ik tijdens vakanties eerst een aanzienlijk aantal dagen nodig om te onthaasten, om me te realiseren dat niks doen prima is. Om los te komen van moeten en in de vakantiemodus over te gaan.

Langzaam maar zeker beginnen we ons weer thuis te voelen in de lifestyle waar we 6,5 jaar geleden voor kozen. Zeilen, reizen, culturen en mensen leren kennen, genieten en per dag bepalen wat we wel en niet willen doen. Dus gaan we vandaag weer eens lekker toeren. Er is nog een strand waar we nog nooit zijn geweest: Playa San Juan. Na een korte rit over een zandweg komen we aan bij een enigszins vervallen plantage huis. Onder een boom in de schaduw zit een magere man op leeftijd. Als we stoppen komt hij naar ons toe. We kunnen met de auto naar de stranden van de plantage die in privébezit is. Het zijn er maar liefst vier, vertelt hij ons trots. Maar daarvoor moeten we wel 10 gulden (5 euro) betalen. “Pfff, laat maar!” zucht ik. Ik ben er eigenlijk alweer klaar mee dat tegenwoordig overal geld voor gevraagd wordt. Maar Koen, meestal de ‘ons Zeeuwen bin zuunig’ van ons tweeën, zegt gelijk: “jawel, gaan we doen! Leuk! Ik wil die stranden zien!” Ik kijk hem verbaasd aan en pak de portemonnee. Tja, het slaat natuurlijk eigenlijk ook nergens op om voor slechts 10 gulden een plezierige dag te laten bederven.

De wegen naar de stranden zijn heuvelachtige dirt roads. Gelukkig heeft het al lang niet meer geregend en is het met ons kleine autootje in deze omstandigheden goed te doen. Gelukkig is het sowieso een exemplaar met heel veel gebruikssporen, dus we kunnen het ons veroorloven iets minder voorzichtig te zijn…

Twee van de vier stranden zijn idyllisch mooi en op het ene zijn we zelfs even helemaal alleen. Dat bestaat hier dus ook nog 🙂 . In het andere klein maar fijne baaitje geniet een grote lokale familie van een bbq-lunch, snorkelen, samen zijn en relaxen. Als we voorbij lopen en ze een feliz dia (fijne dag) wensen vragen ze of we misschien ook wat te eten lusten. Nou… Het ziet er allemaal heerlijk uit en daar zeggen we geen nee tegen. Met een bordje gevuld met frisse salade en een geroosterde kippenpoot op schoot, maken we verder kennis. Zij zijn nieuwsgierig naar onze avonturen op zee. Wij leren dat de helft van deze familie op Curaçao woont, de andere helft in Nederland. Dit laatste deel probeert lekker lange vakanties op Curaçao met familie en vrienden door te brengen. Liefst wanneer het in Nederland koud is. Maar terug verhuizen naar Curaçao zouden ze toch niet meer willen. Voornamelijk omdat het eiland klein is en beperkt in haar mogelijkheden. Één van de dames blijkt opgegroeid in Gemert. We wisten het wel: als er Brabanders in het spel zijn is het altijd goed. Dan is er onbewust een klik en is het (Brabantse) gezelligheid die hoogtij viert.

Leuk hoor, Curaçao. Maar we willen verder! Nieuwe landen ontdekken. Dus… anker ophalen, zeilen hijsen en naar Aruba. De A van de ABC-eilanden waar we de afgelopen jaren nog niet zijn geweest. De tocht er naar toe is een dagje voor de wind zeilen op een warrige zee. Behoorlijke golven, een beetje dwars op de boot, een onrustig tochtje onder een stralend blauwe hemel. Des te beter smaakt het ankerbiertje in de rustige baai voor Surfside Beach (en nee er wordt nauwelijks gesurfd). We liggen beschut achter een rif en mogen weer dagelijks van een ongehinderde zonsondergang genieten (mits de bewolking geen spelbreker is). Beschut wil overigens niet zeggen dat het er niet waait. Op de kortste afstand ligt Aruba slechts 15 mijl ten noorden van een soort schiereiland van Venezuela. Onder andere deze landtong veroorzaakt hier een soort accelerator in de wind. Het waait hier dus bijna altijd heel hard (25 tot 30 knopen = windkracht 5 tot 7). Maar wel onder de sprankelende Caribische zon boven een happy island.


Met de ondergaande zon op de achtergrond, die de hemel als in een aquarel roze, rood en oranje kleurt, eten we vanavond een rijst prutpotje. Dat wil zeggen: gehakt met rijst en willekeurig welke groenten in de koelkast voorhanden zijn, lekker veel kruiden, de ene keer wat oriëntaals getint, de andere keer Italiaans. Soms een peetje pittig, dan weer zoet. Alles in één pan en pruttelen maar. Ineens zegt Koen: “we drijven!” “Ja, schatje, dat weet ik. We zitten op een boot.” “Nee, we drijven weg!” Ik kijk eens om me heen. En ja, verhip, we drijven naar achteren. Blijkbaar heeft ons anker geen goede grip meer. We hebben het gisteren toch snorkelend gecheckt en het leek mooi ingegraven. Maar het klotsende water en bijkomende harde vlagerige wind heeft blijkbaar toch voor teveel krachten op anker en ketting gezorgd. Hop! Actie! Motor starten, zorgen dat we niet verder naar achter drijven, eten van tafel, anker ophalen en opnieuw droppen. Inmiddels is het bijna donker en het anker checken moet dus wachten tot morgenvroeg. Ankeralarm aan voor de nacht, morgen weer een nieuwe dag. Maar het slaapt toch iets minder lekker. 


De volgende ochtend duikt Koen naar het anker. Het is hier maar een meter of 3 diep, dus dat is makkelijk. Het anker ligt met de punt ingegraven, maar is niet helemaal onder het zand verdwenen. De bodem blijkt hier koraal te zijn met daar bovenop een laagje zand van een centimeter of 10. En in dat koraal is ingraven lastig. We hebben onze 50 meter ketting uitgelegd en voorlopig lijkt dat genoeg speling te geven om mooi op ons plekje te blijven liggen. De wind blijft maar loeien, de windgenerator maakt overuren en mijn hoofd ook. Van boord gaan is zo wel een beetje spannend en onrustig… 

Koen snorkelt nog wat om de boot. Het is hier redelijk helder maar er is niet heel veel te beleven onder water. Voornamelijk veel zeegras, wat kleine scholen vis en een afgedankte en jammer genoeg in het water gedumpte grote accu. Eureka! Koen weet het! We gaan die accu op ons anker leggen! Hij bindt er een fender aan zodat de accu opgetild kan worden als aan een luchtballon en samen slepen we het ding zwemmend zo’n honderd meter verderop naar ons anker. Koen plaatst het extra gewicht van ongeveer 70 kilo op het anker en voilà: laat Jan de Wind z’n best maar doen, dat anker komt niet meer van z’n plaats! Elke dag duiken we in de namiddag voor onze douchebeurt naar het anker. Een schelp en een stukje koraal welke we naast de accu hebben gelegd, geven aan dat het allemaal niet van z’n plek komt. We hebben er zelfs een huisdier bij gekregen. Een langoest heeft de holte onder het anker tot woning geconfisqueerd en zwaait met haar sprieten als we te dicht in de buurt komen. Helemaal leuk. Houden zo.


De eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire liggen zó dicht bij elkaar, zijn vanuit het verleden zó nauw met elkaar verbonden, maar zijn in het heden zó verschillend. Aruba is voornamelijk gericht op Amerikaanse toeristen. Echt alles draait hier om het toerisme. Het eiland is niet groter dan Texel maar er wonen ruim 100.000 mensen en jaarlijks ontvangen de Arubanen enkele miljoenen vakantiegangers. De Amerikaanse airlines vliegen af en aan. Er zijn prachtige en gigantische hotels, casino’s en heel veel restaurants en bars. De wegen zijn goed en alles ziet er keurig verzorgd uit. Tenminste, in het toeristische deel. Kom je daarbuiten dan signaleren we ook hier nog behoorlijk wat armoede.

De stranden zijn prachtig, breed met wit poederzand, helder blauw water en palmbomen. De natuur is grotendeels hetzelfde als op B en C, met uitzondering van kolossale keien die hier, voornamelijk in het noordelijke deel van het eiland, in het landschap verspreid liggen. Soms als enkelingen verstrooid in de kunuku, alsof ze zo uit de lucht zijn gevallen. Soms opgestapeld als hunebedden of als een berg. Het is stollingsgesteente dat tijdens de oertijd naar boven is geperst en in de loop van de tijd heeft erosie, wind en water de rest gedaan. De kei-formaties van Ayo vormden ooit een heilige plaats voor de indianen, de oorspronkelijke inwoners van Aruba. Het is een fascinerend gezicht. 


We wandelen veel en pakken het sporten in de ochtend weer op. Snelwandelen in combinatie met joggen en oefeningen op de openbare fitness toestellen die hier langs de boulevard staan. We merken dat onze, een heel klein beetje ouder wordende lichamen, sneller stram worden. De oefeningen maken de spieren weer wat soepeler. En dat voelt goed. Daarnaast wordt de drive om de lijven weer wat leniger te laten worden en onze conditie op te vijzelen, ook gevoed door nog een ander doel. De afgelopen weken stonden namelijk in het teken van een nieuw plan. 


We hadden natuurlijk al bedacht dat we, nadat we naar Colombia zouden zijn gezeild, daar wilden gaan backpacken. En daarom werden we lid van een Facebook groep ‘Colombia backpackers’. Nuttig en leuk, informatie verzamelen en verheugen op toekomstige reisdoelen. En dan komt daar tijdens het scrollen op een dag ineens een klein camper busje voorbij. For sale. Vanaf augustus beschikbaar. “Leuk hè?!”, zegt Koen. “Ja, echt wel!”, bevestig ik. We laten het verder rusten. Maar ergens blijft het in onze hoofden sudderen. 

Een paar dagen later: “zo’n busje hè, als we dat echt iets zouden vinden, dan zouden we de voors en tegens eens op een rijtje moeten zetten.” “Eh ja. Ik vind het best een leuk spannend idee.” Weer een paar dagen radiostilte. Maar het beeld blijft in onze gedachten rondfladderen. “Zou jij het zien zitten om met zo’n busje door Zuid-Amerika te reizen?” “Koen, je weet dat een aantal plaatsen in Zuid-Amerika heel hoog op mijn verlanglijstje staan. En met de boot worden die heel lastig om te bezoeken… Dus: JA!” 

En dan volgt een lang proces van wikken en wegen, budgetteren, zoeken naar een geschikt busje en onderhandelen, ons verwonderen over al het moois dat het enorme Zuid-Amerikaanse continent te bieden heeft, balen als het campertje dat aan al onze eisen voldoet voor onze neus wordt verkocht. Videobellen met Franse, Duitse, Ierse en Nederlandse jongelui die ons rondleiden door hun mobiele kleine huisje waarmee zij de afgelopen maanden fantastische avonturen hebben beleefd. Discussies. Welles nietes. Bepalen waar de HM moet achterblijven als dit plan verder gestalte krijgt. Informatie verzamelen, heroverwegen, de plannen delen met andere zeilers hier in de baai en hun meningen op de weegschaal leggen. En dan, uiteindelijk, valt het op z’n plek. Ons drijvende huis gaat hier in Aruba de wal op. Het (bijna) perfecte campertje komt op ons pad, we videobellen en worden er blij van. Een Brabander aan de andere kant van de lijn. Het voelt vertrouwd, klinkt goed. Een technische check vindt plaats in Bolivia waar de huidige eigenaren van het busje nu verblijven. En het klinkt nog steeds goed. We komen een prijs en een datum overeen. We hebben een camper busje gekocht! “Cheers liefie!” Kling, kling, een omhelzing. “Nu is het echt. Spannend hè!?” “Ja! Maar ook zoveel zin in!” 

We boeken vliegtickets van Aruba naar Santiago in Chili. Op 3 augustus gaan we op weg naar deze Zuid-Amerikaanse stad. Eerst een weekje hotel, acclimatiseren. En dan wordt de ene HM tijdelijk ingeruild voor de andere. Van onze orange lady Heavy Metal verhuizen we een poosje naar een witte Zuid-Koreaanse kameraad, Hyundai Metal. Dan begint ons avontuur op de weg. Zoals we nu verwachten 6 tot 8 maanden op reis door Zuid-Amerika. Van Chili naar Argentinië, Patagonië, Bolivia, Peru. Misschien ook nog naar Equador, Colombia, Venezuela, Brazilië? De Andes, gletsjers, pampa’s, woestijnen, regenwoud, pinguïns, wijnhuizen, de Amazone, sneeuw, kamperen, hiken en door steden dwalen. We verheugen ons er enorm op. En hopen dat de voorpret nog net iets minder leuk is dan het echie. Dan komt het helemaal goed! 


Onze glimmende HM (waar de eerste krasjes natuurlijk alweer op zitten 🙁 ) blijft geduldig op ons wachten onder de Arubaanse zon. Tot ze in 2024 weer samen met ons het ruime sop mag kiezen. 

21 gedachten over “Op weg, april t/m juli 2023

  1. Ernst Beantwoorden

    Ahoy ahoy,
    Het zou het toppunt van toeval zijn maar ik vraag het toch. Wij vliegen maandag de 29e naar Bangkok en zijn vervolgens 3 en een halve week lang, net als jullie: ” zonder vaste woon of verblijfplaats” M.a.w. geen vastomlijnd doel. Nu de vraag: zijn jullie toevallig ‘in de buurt’? Zou kicken zijn om ergens op of bij 1 van de eilanden af te spreken. Lat maar iets weten. Groet ui Portugal,
    Ernst & Enrica

  2. jeroen hendriksen Beantwoorden

    hoi, met Jeroen. Ik ben de redacteur van de Hendriksen Nieuwsbrief en heb ontdekt dat jullie op Curacao gespot zijn door een ander deel van de familie. Is het voor jullie akkoord dat ik een paar stukjes uit jullie weblog overneem met 1 of 2 foto’s? (de boot en jullie twee). Graag reactie via j.hendriksen132@upcmail.nl
    veel groeten en mooie reis.
    (waar zitten jullie nu? Ik zie dat de weblog gaat t/m juli. Of misschien willen jullie wel een korte update schrijven…)
    Jeroen Hendriksen

  3. wilma Beantwoorden

    o jee wat een verhalen nou geniet maar van het volgende wij wachten weer op een verhaal. dikke kus van wilma en ger poot molly

  4. Erik Beantwoorden

    Hoi Koen en Yvonne,

    Bij Lyø het anker opgehaald en zeilend weggevaren, eenmaal de baai uit kakt de wind in. Onze Poolse dame loopt het beetje stroom wat er staat niet meer dood. Uiteindelijk de zeilen gestreken en de motor aangezet….

    Wat een heerlijk verhaal weer!
    Jullie bekwamen je echt in ‘de kunst van het léven’. Mooi om je hart te volgen!
    Veel plezier op de volgende etappes in jullie reis ❣️

  5. Anita Beantwoorden

    Wat prachtig geschreven! Leuk om zo mee te mogen reizen vanaf de zijlijn. En wat een mooie plannen
    Heel veel plezier en geniet van alles dat op jullie pad komt.
    Liefs Anita

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *