Het perfecte plaatje, 1 januari 2022

Nieuwjaarsdag 2022. Ik ontwaak na een bijna perfecte nachtrust waarin ik maar één keer wakker ben geweest. De HM deint lichtjes, mijn hoofd dreunt lichtjes. Twee biertjes en anderhalf glas bubbels in een (over)vermoeid lichaam gieten was dus net iets teveel. Ik neem twee pijnstillers maar ga niet meer liggen want ik ben nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar wat er buiten is.

We kwamen hier gisteravond, op de valreep van 2021, in het stikdonker aan op deze ankerplek. De pikzwarte hemel was bezaaid met een ontelbaar aantal sterren. De melkweg in volle glorie zichtbaar. Een vallende ster completeerde het hele plaatje. De nachtelijke hemel was perfect en sprookjesachtig. De maan zou pas halverwege de nacht verschijnen. Een ieniemienie sikkel. Zo een waar een elfje op kan slapen. Een lichte bries zorgde voor een kalm ruisende zee. En verder was het stil. Geen ‘land’geluiden, geen ronkende motor, geen klapperende zeilen, geen bulderende golven die stukslaan tegen de boot, geen Popeye die hard moet werken om de boot op koers te houden. Niets van dat alles, alleen rust. Het was bijna 22.00 uur. Over de hele wereld luidden mensen feestelijk het nieuwe jaar in. Of toch niet? Hoe staat het ervoor met de Covid restricties? Wij waren (al) twee weken verstoken van internet en dus van nieuws. We wisten het dus niet. We waren moe en vooral ík was een beetje gedesillusioneerd. Het was een moeizame tocht van het zuidelijke Bahama-eiland Great Inagua naar hier. Naar het zuidwestelijkste puntje van de Dominicaanse Republiek, vlakbij de Haïtiaanse grens. Zowel lichamelijk als geestelijk moe, maar ook voldaan omdat we nog net voor HÉT toast-moment van het het jaar het anker hadden laten vallen in Dominicaanse bodem. En kwam dát even goed uit: tijdverschil met Florida. De klok een uur vooruit, de radio aan met Spaanstalige salsa, merengue en reggaeton. En voordat we er erg in hadden hoorden we aftellen naar año nuevo 2022, knalde heel ver weg een beetje vuurwerk en konden wij proosten met de reeds feestelijk open geplopte nep-champagne. Op een nieuw jaar. Waarin weinig gezeild en veel geklust zal worden. Waarin we familie en vrienden hopelijk weer kunnen knuffelen. Waarin we tijdelijk landrotten op verrukkelijk Bonaire worden. De champagne sloeg in als een bom en om half één lagen we op één oor en waren ons totaal niet meer bewust van een enerverende zeiltocht, toekomstige plannen en al het moois om ons heen. Slapen. Een hele nacht door. In een rustig dobberende boot. Dat was alles wat we ons op dat moment wensten.

Nu zijn onze lijven weer een beetje uitgerust, onze gedachten weer fris. Nu stap ik de kuip in en zie ik een pastelblauwe heldere lucht, kraakhelder water van turquoise en azuur tot diepblauw en alle tinten er tussenin. Heel ver weg een enorm lang wit strand. Omzoomd met laag grijzig-groen struikgewas, daarachter heuvels en steile rotsen. Het is adembenemend mooi hier. Geen bebouwing, geen teken van leven (buiten één antenne-mast op enkele kilometers afstand). Tweeënhalf jaar geleden ankerden we hier ook een dag. We waren toen op de terugweg van Jamaica naar Bonaire. We lagen toen zowat twee kilometer van de wal omdat we toen ook s’nachts arriveerden en bij een afnemende dieptemeter gelijk ons anker dropten. Nu liggen we wat dichterbij, maar nog steeds zeker een kilometer van het strand.

Het waait loeihard. Om ons heen worden de schuimkoppen vetter en de golfjes hoger. De windmeter geeft 30 knopen aan (windkracht 7). Opnieuw ankeren is met deze wind niet echt fijn, maar hier in het knobbelige water blijven liggen is ook niet lollig. En hey, we hebben afgelopen weken voor hetere vuren gestaan. Dan is dit een peuleschilletje. Na het ontbijt en het ontzilten van de kuip halen we het anker op en varen rustig richting strand. Pas als we minder dan een meter water onder de kiel hebben laten we het anker opnieuw in het witte zand vallen. We liggen vlak voor het strand. De wind is hier, doordat we dichtbij de wal liggen, ietsjes minder. De golven bijna nihil. Het is perfect. Rust.
Nu is dat laatste woord er één dat niet voorkomt in Koen z’n woordenboek. Hij heeft zijn snorkel uitrusting alweer tevoorschijn gehaald. “Dadelijk snorkelen?” “Eh nee, ik zit hier eigenlijk wel even lekker.” Met een teleurgestelde blik gaat hij zich scheren (want met een stoppelbaard lekt zijn duikbril). Hij neemt gelijk maar alles onderhanden en vol witte scheerschuim-dotjes duikt hij het kristalheldere water in. “Doei!” “Tot straks!”

Ik duik een boek in. Heerlijk. Na een poosje zie ik de kapitein op het strand zitten. Toch rust? Ik bedenk me dat het eigenlijk wel gezellig is om daar met z’n tweetjes te genieten en trek mijn bikini aan. Maar voordat ik mijn duikbril heb gepakt is mijn bezig bijtje alweer bij de HM. “Biertje drinken op het strand?” “Ja! Goed plan!” En nog geen tien minuten later zitten we zij aan zij in het poederachtige zand. Delen het enige koude biertje uit de koelkast en kunnen onze ogen niet van het perfecte plaatje afhouden. De HM, only the lonely deinend in het felgekleurde helderblauwe water van deze enorm grote baai, het parelwitte strand van wel 8 kilometer lang, de grote oranje zeesterren op de zeebodem en Koen en ik als enige mensen genietend van de zon die begint te zakken. Perfect als de HM met stuurboord naar de wal ligt. Iets minder perfect als de bakboord-zijde zich laat zien. Want die zit vol met oranje-bruine roeststrepen…

Na twee weken niet aan wal begint de voorraad vers eten behoorlijk uit te dunnen. Ik graaf steeds dieper in de koelkast. En wat komt daar nog uit op deze zonovergoten warme nieuwjaarsdag? Zuurkool. En rookworst. Aardappelen hebben we ook nog. Dus: zuurkoolstamppot. Smaakt in de winter ook verrukkelijk op zomerse dagen 🙂 .
We hebben ook nog wortels, een klein stukje pompoen, uien, eieren, kaas en vleeswaren. Lang houdbare hamblokjes, melk, vruchtensap en yoghurt. En natuurlijk heel veel blikvoer. Wat met recht ‘voer’ mag heten want eigenlijk smaakt het allemaal voor geen meter. We hebben afgelopen week tijdens een ruwe zee weer eens wat opengetrokken maar het blijft behelpen. Het vult de maag, er zit een smaakje aan en daar is dan ook alles mee gezegd. Nee, het kan ons beiden niet bekoren. Maar goed, soms is het wel handig. En we hebben voor noodgevallen behoorlijk wat blikken met alle soorten en kleuren bonen, erwten, Smac, stoofpotjes, kip, corned beef, spaghetti en lasagne en soepen ingeslagen. En dat moet een keer opgegeten worden. Liefst voordat in Bonaire de boot leeg moet voor het grote onderhoud. We hebben dus nog wat voor de kiezen…

We liggen hier in deze baai illegaal. Inklaren kan pas in Barahona. Daarvoor moeten we nog 70 mijl afleggen. Een lastig tochtje. De meest zuidelijke punt van de DR ronden bij Isla Beata. Een kaapje met bijna altijd heel veel wind. Een tocht naar het (noord)oosten. Tegen de heersende straffe oostenwind en stroming in. Met de stormachtige wind van dit moment geen optie. Niet erg hoor, als je op zo’n idyllische plek ligt. We hebben geen haast. Bekijken tweemaal daags de via de radiozender opgehaalde gribfiles (wind weerberichten). Doen wat kleine klusjes, snorkelen, zwemmen, maken wandelingen op het strand.

Als Koen zich weer eens ondergedompeld heeft in de wereld van zeesterren, schelpen, needlefish, snappertjes en koraalwaaiers en -landschapjes, laat ik in de schaduw van een tot op de draad versleten zonneschermpje de afgelopen twee weken nog eens de revue passeren. De tocht vanuit Miami Beach in Florida, via de Bahama’s naar de Bahia de las Aguilas (Baai der Engelen) waar we nu zijn. Het was pittig. Ik was soms angstig. Aan het eind van de rit was ik behoorlijk ‘op’. En Koen ook. Het was regelmatig frustrerend en dat maakte me boos. Soms leek geen enkele strategie te werken. Na iedere koersverandering moest ik mijn verwachtingen bijstellen en bijna altijd in negatieve zin. Koen en ik hadden verhitte discussies want twee kapiteins op een schip werkt natuurlijk niet. We sliepen slecht.
Maar af en toe was het ook kalm en relaxed. We hadden dolfijnen voor de boot, luisterden naar spannende podcasts en oude muziek, zagen meerdere keren een green flash bij zonsondergang, ankerden bij Bahama-eilanden waar we in het voorjaar nog niet waren geweest. Ik bakte bananencake en Koen lekkere broden. Ondanks de vele kubieke meters zout water die we over het dek kregen bleef onze dame van binnen droog (waren al die tubes kit in Amerika toch niet voor niks 🙂 ). En ondanks de stormachtige wind, ontzettend krachtige golven en haar schreeuw om vertroeteld te worden door middel van een mega-onderhouds-actie, gedroeg onze dame zich kranig. Tja, hoe ging dat dan allemaal? En waarom? En hoezo?

het vertrek vanuit Miami Beach was het plan om de Gulfstream in noordoostelijke richting, zo recht als mogelijk, over te steken. Op de heenweg naar de USA was deze Golfstroom een meesterlijke hulp die zorgde voor snelheidsrecords, nu is de sterke noordelijke stroming die vlak langs de kust van Florida gaat en daar ongeveer 30 mijl breed is, een spelbreker die we moeten doorkruisen.
Via de Bahama’s, waar we niet willen inklaren vanwege de hoge kosten en omdat we het echt alleen als transit willen gebruiken, naar de Dominicaanse Republiek. Naar Luperon aan de noordkust. Een paar weekjes op verkenning in de DR, onder andere naar Santo Domingo en daarna verder afzakken naar het zuiden. Naar Bonaire. Dat was het plan.

We vertrokken op zondagmorgen 19 december en verwachtten rond oud en nieuw in de DR te zijn.
Eerst nog even water en diesel tanken bij de Miami Beach Marina. We hebben geluk, meren net voor een middelgroot superjacht aan bij het fuel dock. Koen hoort de crew zeggen dat ze 3000 gallon diesel nodig hebben. Dat is ruim 11.000 liter. Daar kunnen wij ons hele zeil-leven mee doen… En zoveel liters tanken gaat even duren… Maar enfin, wij zijn precies op tijd, vullen de tanks en zetten koers naar open zee.

We waren goed voorbereid, maar het blijkt geen sinecure om de Gulfstream zo recht mogelijk over te steken. Dat is niet heel erg, we komen gewoon wat noordelijker uit van Bimini, het als eerste te passeren Bahama-eiland. De ene na de andere squall (regenbui met veranderende wind) trekt over en we worden gedwongen de motor bij te zetten omdat we anders echt te ver afdwalen. Maar al met al is het best een mooi zeildagje. In de nacht neemt de wind af en als de zon weer hoog aan de hemel schittert is er helemaal geen wind meer. We zijn inmiddels bijna bij de Berry Islands (ook Bahama’s). Dolfijnen spelen voor de boeg in het kraakheldere blauwe water. Eentje zwemt met een sneltreinvaart telkens weg, duikt dan weer op voor de boot aan bakboord, kijkt even achterom of we er nog aan komen en speelt vervolgens vrolijk verder in de boeg-golfjes. Zo leuk! Het blijven fascinerende dieren.
Omdat er geen wind meer is droppen we het anker bij één van de Berry Islands. Even plonsen, haren wassen, lekker slapen en morgen fris weer verder.

Iedere dag halen we via de ssb-radiozender gribfiles binnen. Iedere dag maken we een nieuwe planning. Bijna iedere dag verandert die planning weer. Inmiddels weten we uit ervaring dat we bij de vermelde windkracht op de gribfiles zeker 5 knopen moeten optellen. Het waait altijd harder dan voorspeld (behalve als er nauwelijks wind staat). Maar nu lijkt er telkens wel 10 knopen meer te staan dan voorspeld. De aangekondigde 15 tot 18 knopen zijn er constant 25 (windkracht 6) of meer. Ik vind het eigenlijk best spannend. Gelukkig zorgt de zon voor vrolijke kleuren want met een grijze lucht is het nog angstaanjagender. Mijn humeur bestaat inmiddels wel uit donderwolken. Misschien komt het doordat we het afgelopen halfjaar heel weinig ‘echt’ gezeild hebben. We motorzeilden veel, motorden over de Intracoastal Waterway (stelsel van rivieren en kanalen langs de oostkust van de USA) en voeren weinig op de oceaan. En nu vind ik het spannend en ben ik een beetje angstig. Dat is niet goed voor mij en zeker niet voor ons en nog minder voor de veiligheid van onze tocht. Voor het komende traject wordt er ook nog eens nóg meer wind verwacht. En dat traject is aan de oostkant van de Bahama’s waar gedurende meer dan 24 uur geen mogelijkheid is om te schuilen. Ik zie dat helemaal niet zitten!
Dus kruipen we een beschutte baai bij Eleuthera in en zitten daar de storm uit. Dat blijkt een goede beslissing. Want s’nachts krijgen we een enorme plens regen met onweer en fikse windstoten over ons heen. Zelfs in de goed beschutte baai geeft de windmeter regelmatig tegen de 30 knopen aan. Maar we liggen veilig strak achter ons anker.

Vervolgens zeilen we 24 uur, halve wind, met gemiddeld 20+ knopen en enorme golven. Volgens mij hebben we nog nooit zulke hoge oceaangolven meegemaakt. Koen denkt dat ik dat overdrijf. De knoop in mijn maag wil maar niet verdwijnen en ik ben heel opgelucht als we het anker laten vallen bij Conception Island, één van de onbewoonde Bahama-eilanden.
Een oogverblindende baai, tijd om te relaxen. Totdat er een militair schip de baai indraait, het anker laat vallen en zich daarmee vlak naast de HM installeert. “Oh jee, die komen zodadelijk naar ons voor een controle.” Gvd… Als we eenmaal als ‘illegaal’ geregistreerd zijn wordt het de komende dagen lastiger om nog weer ergens zonder in te klaren uit te rusten. De door Koen gemaakte rumpunch smaakt mij ineens niet meer zo goed. Koen maakt zich echter helemaal niet druk. “Die gasten komen gewoon Kerstavond hier doorbrengen. Dit is een mooie plek voor een kerstborrel toch?” Ik vind het maar niks en blijf loeren naar hun activiteiten. Maar natuurlijk krijgt Koen gelijk. Ze kijken nog niet eens naar ons. En de volgende ochtend zijn ze al verdwenen voordat wij bij zonsopkomst de trossen los gooien.

We maken midden in de nacht nog een stopje bij Acklins Island. We slapen slecht want we liggen er behoorlijk te rollen in een swell (deining) die de baai in rolt. Het is tweede kerstdag, tijd voor een kerstdiner met verse mahi mahi die we gisteren gevangen hebben. Koen heeft zichzelf overtroffen bij het fileren van de goudmakreel. Er liggen 6 perfecte mahi-filets in de koelkast.
Als we na het ontbijt de gribfiles ophalen voor het maken van verdere plannen, blijkt dat we eigenlijk zo snel mogelijk verder moeten om gunstige wind te houden. Ooookeeeee, dat wordt dus geen kerstdiner. Verder maar weer. In de avond is de zee onstuimig en zowel Koen als ik hebben weinig lust om een uitgebreide Kerst-maaltijd klaar te maken. Ik bak twee enorme stukken mahi mahi met knoflook, limoentje erbij. Tot zo ver het kerstdiner…

De laatste Bahama-stop is op Great Inagua, het zuidelijkste eiland waar in het voorjaar onze Bahama-reis begon. In de enorme baai is het goed toeven. Rust. Even. En als we niet afzakken naar het zuiden, in plaats van de geplande voortzetting naar het oosten om de noordkust van de Dominicaanse republiek te bereiken, dan liggen we hier nog een hele week. Vanaf morgen is de oostenwind te sterk om de tocht richting oost laverend of motorzeilend voort te zetten. Om tegen stroming en wind in te zeilen moet die laatste vrij licht zijn, anders is het niet te doen. We hebben eigenlijk ook geen zin om hier een week te blijven liggen. Want we mogen niet aan land omdat we niet zijn ingeklaard. Andere mogelijkheden? Nou… We zouden via de Windward Passage naar het zuiden van de Dominicaanse Republiek kunnen afzakken. Hiervoor is de wind wel gunstig. Tussen Cuba en Haïti door, de westelijke punt van Haïti ronden en langs de zuidkust naar de DR. Dat is dan ook tegen wind en stroming in maar de wind is daar lichter, vooral vlak onder de kust. Goed plan! Morgen vertrekken. Boot weer opfrissen, beetje ontzilten, brood bakken, maaltijden voorbereiden, zwemmen en genieten van een prachtige zonsondergang.

Maar niets is zoals het lijkt. Het eerste deel van dit traject hebben we nog flink wat wind. Van achteren. Veel gewiebel en geschommel maar we hebben wel een lekker vaartje van 5 à 6 knopen. Dat schiet lekker op. Dan komen we in windstilte. Met wel een enorme swell. Nog meer gewiebel en de hele dag motorgeronk en klapperende zeilen. Koen installeert zich zo comfortabel mogelijk op de kuipbank om nog een broodnodig dutje te doen. Maar hij kan de slaap niet vatten. Hij tuurt wat om zich heen en schiet dan ineens overeind. “Huh!? Zit er nou een scheur in het zeil? Nee, dat is denk ik schaduw van een vouwtje.” Hij gaat weer liggen. Ik spring op en ga poolshoogte nemen. Het zal toch niet waar zijn?! Het grootzeil staat wijd uit over bakboord. Balancerend in het gangboord neem ik de schade op. Het is nog geen scheur, maar dat scheelt niet heel veel. Het is een schavielplek van ruim 30 centimeter lang en een halve centimeter breed. Het zeil is er heel dun geworden, zo dun dat het zonlicht er doorheen straalt. Ik schrik ervan. En baal. Onze mooie nieuwe zeiltjes… “Koen, dat MOETEN wij NU oplossen! Straks krijgen we weer meer wind en dan scheurt het een keer kapot!” Tien minuten later ontzilten we het te repareren deel van het zeil en gaan aan de slag met zeilreparatie-tape. Het valt nog niet mee op een zo van links naar rechts en van voor naar achter schommelende boot. Maar het lukt. Koen weet wel wanneer de schade ontstaan is. Enkele nachten geleden toen we met een gereefd zeil voeren. Dan hangt er een beetje een zak van het naar beneden getrokken zeil onder de giek. En toen heeft in het heftige weer de schoot van de eveneens gereefde genua er tegenaan geschuurd. Koen heeft dat halverwege de nacht ontdekt en het toen verholpen. Maar blijkbaar was het leed toen al geschied… Mooi sh.t. Maar ook niets meer aan te doen. Verder dus.

In de avond en nacht schiet de windmeter naar 25 tot 30 knopen met bijbehorende golven. Inmiddels zeilen we aan de wind. We gaan elke 4 à 5 uur overstag. Alles is zout en nat en klam. We slapen weinig. De nacht is zwart en de golven rollen, bruisen en donderen om ons heen. Binnen lijkt het alsof de HM regelmatig op beton valt. Enorme klappen op de golven dreunen binnen door de boot. En daarna lijkt ze weer een duikboot als een rollende golf over het dek kapot slaat. Niet leuk. We gaan zorgen dat we de komende nacht dichter bij de Haïtiaanse kust varen zodat we gebruik kunnen maken van de katabatic wind (een aflandse wind die s’nachts vanaf de bergen op het land de zee op waait). Dan hoeven we niet meer tegen de wind en golven in te boksen.
Om daar te komen maar weer motorzeilen. Weinig wind maar nog steeds vervelende hele lange golven/deining. Die komen van zuidoost en ontstaan daar in de hele hard wind een tiental mijlen bij ons vandaan. Grrrrr….

Inmiddels komt 31 december in beeld. We hebben er niets over afgesproken maar we hebben allebei ergens tussen de oren zitten dat we dan toch wel graag voor anker willen liggen. Voordat de avond valt spreken we dit uit. Daarvoor gaan we ons best doen. De katabatic wind is (te) licht en niet constant. Ik word er tijdens mijn nacht-shift horendol van. Dan de zeilen naar stuurboord, dan weer naar bakboord, dan de genua weer inrollen vanwege het wegvallen van de wind. Ik ben er klaar mee. Maar dat kan natuurlijk niet. We moeten door. Het resultaat is vele uren motorzeilen. Ik krijg bijna medelijden met dat pruttelpotje onder de kuipvloer dat uur na uur na uur blijft door ploeteren. Daarom proberen we soms tussendoor toch maar even te zeilen, al is het maar een half uurtje… En uiteindelijk komt het land (op de digitale kaart) in zicht.

Was het nu allemaal heel erg? Nee.
Was het vermoeiend? Ja.
Was het een klein beetje erg? Ja, vooral omdat ik het soms té spannend vond.
Ben ik blij dat we in de DR zijn? Ja!
Was het de zeilreis waard? Ja! 
Kijk maar eens naar dit perfecte plaatje.

We moeten het echter ook weer gaan verlaten. We moeten ons toch een keer gaan inklaren. Het laatste lastige stukje overbruggen. Nog één nachtje doorzetten. Na vier dagen omgeven door perfectie lijkt de wind rondom het zuidelijke kaapje wat te gaan afnemen. We puzzelen het exact uit. Op dinsdag, net na de middag lijkt het weer gunstig om te vertrekken.
De ochtend verloopt rustig. Rond de middag begint het te waaien. Steeds harder. Ach, om de hoek zal het wel beter zijn. We vertrekken om 13.45 uur. Om de hoek is de wind nog harder. Er wordt 40 knopen (windkracht 8) aangetikt. “Hier heb je de hoogste golven ooit!”, roept Koen boven het gieren van de wind uit. “Vind jij dit nog verantwoord?”, vraag ik met een piepstemmetje en een sip gezicht. “Nee…”, antwoord hij kalm maar zelfverzekerd. En volgens Koen voor pas de tweede keer in zijn hele leven, maken we rechtsomkeer. Met als gevolg dat we twee uur na vertrek weer achter ons anker liggen. Wachten. Totdat de wind samen met de zon wegzakt. Die voorspelling komt gelukkig wel uit. Nu is het allemaal te doen. Tot halverwege de volgende ochtend zeilen we laverend richting Barahona. Dan valt de wind weg en motorzeilen we de middag in. Na  2,5 week, 1.100 zeemijlen (ruim 2.000 km) en 74 motoruren waarbij we 150 liter diesel verstookten, zitten om 15.00 uur de vriendelijke mannen van Immigration en Intelligence/Drugs aan boord van de HM. “Bienvenido al Heavy Metal!” Wat is het fijn om weer met andere mensen te kunnen praten. Koen en ik zijn samen niet zo heel snel uitgepraat, maar na 2,5 week zwerven op zee is ander gezelschap toch best welkom. Al is het dan met officials en in zeer gebrekkig Spaans. Na wat papierwerk worden alle kastjes opengetrokken en worden er foto’s van de inhoud genomen. De (drugs)controle is redelijk intensief. Kussens van de banken, alle vakken geopend, wat gerommel in de kastjes. Als de vriendelijke gast de achterhut inloopt voor de check aldaar, is hij heel snel weer terug. Het is daar overvol en heel warm. Dat vindt ie toch teveel werk. Mooi, want daar is nog het één en ander aan alcohol weggestouwd… En ze hoeven niet alles te weten.

Na het proosten met een koud pilsje (waar de heren uiteraard zelf om vragen…) op de goede afloop van de controles, mogen we nog even mee naar kantoor voor de biometrische check. Paspoort en alle vingers op een klein scanapparaat. Dat is ook allemaal ok. Er is echter één probleempje. Bij het vertrek vanuit Samaná, DR, in april 2021, heb ik wel een stempel in mijn paspoort gekregen met ‘salida’ (vertrek), maar volgens de computer ben ik nooit vertrokken. Diverse telefoontjes en drie kwartier later lijkt het opgelost. Voor nu. Maar wellicht moet ik voor vertrek naar Bonaire naar Samaná om me daar uit te klaren. Ja, dat dacht ik toch niet. IK heb toch geen fout gemaakt!? Maar dat laatste hou ik maar even voor me. We zullen zien. En anders maar zonder ‘salida’-stempel verder. Eerst gaan we ons weer onderdompelen in de fijne DR met veel knetterharde muziek en rommel en overheerlijke verse groenten en fruit en kip met vliegen en brommertaxi’s en lieve mensen .

15 gedachten over “Het perfecte plaatje, 1 januari 2022

  1. Danielle Beantwoorden

    Hi Koen en Yvonne,
    Wat een verhaal weer! Kan me wel voorstellen dat jullie even bij moeten komen na zo’n tocht.
    Zo fijn dat jullie weer even naar jullie familie en vrienden gaan. Geniet daarvan.
    Batterij opladen voor wat er daarna komen gaat…
    Liefs, Danielle

  2. Erik van Poppel Beantwoorden

    Hallo Koen en Yvonne,
    Wat een mooi, heerlijk en tastbaar verhaal heb je weer geschreven Yvonne! Net of je erbij bent en alle geur, kleur en wat er nog meer is in je opneemt.

    Een pittige tocht! Wat fijn dat jullie toch weer beschutte plekjes konden vinden om bij te komen!
    Yvonne, je angst herken ik bij mijn partner. Ze kan zó bang zijn dat de boot ‘omvalt’. En ik moet zeggen dat ik het soms ook spannend vind, maar dat is dan meestal als ik ga varen. Eenmaal op het water ben ik dan weer in mijn element. Maar ja, ik kom niet veel verder dan het Wad.

    Angst kan je niet ontkennen. Die is er en je moet er wat mee.
    Fijn dat jullie er mee eten om te gaan. Goed ook dat jullie teruggegaan zijn bij het kaapje. Het moet wel ‘leuk’ blijven.

    Erg fijn dat de kit haar werk goed doet en het droog blijft binnen. Als het dan binnen zo’n natte, klamme zoute boel is; vreselijk, en zie dat aar weer in orde te krijgen. Beter droog!

    En niet alleen in de wind en golven is jullie verhaal meer dan tastbaar, ook voor anker bij zo’n mooi strand is het net of ik het water op mijn huid op voel drogen en het zand tussen mijn tenen voel.

    Dank voor het delen.

    Ik wens jullie nog veel fijne mijlen, mooie vergezichten en prachtige ankerplekjes toe.
    ¡Salut!

  3. Nancy Beantwoorden

    Weer zo’n mooi verhaal, heerlijk om even met jullie avontuur mee te mogen!!
    Geniet er nu maar lekker van, en misschien tot snel in Kuuk!

  4. Sy Frantzeska Beantwoorden

    Wat een spannend verhaal ! Ik leef helemaal met je mee, Yvonne, ik ben ook wel eens bang en vraag dan aan John of hij het nog oké vindt . Op zijn antwoord vertrouw ik dan maar… naderhand ben je dan wel blij dat het allemaal goed afgelopen is en geniet je driedubbel van zo’n rust en uitzicht !
    Hier op Bonaire is alles heerlijk !

  5. jan janssen Beantwoorden

    Yvonne en Coen wat een mooi waargebeurd verhaal.Maar je weet Coen een goede stuurman zeilt bij elke wind.!!!!!!
    wij wensen jullie een behouden vaart in 2022 ,en rust maar lekker uit op bonaire.

  6. Rian Beantwoorden

    Lieve Yvonne, wat n mooi geschreven stuk weer!
    Lieve Koen en Yvonne, wat n avonturen weer, ik geniet zo mee!
    N goede reis verder, en tot over n paar weken!
    Liefs, Rian

  7. Jeroen Beantwoorden

    Ha luitjes! Weer met veel plezier gelezen. Af en toe kijk ik ook mee via de AIS en je verhaal klopt met wat ik gezien heb (ha ha).
    Veilige mijlen en veel plezier gewenst. Grt Jeroen van Druten, Grave (Reed van Batavia).

  8. Hans Mombers (HM) Beantwoorden

    Wat een heerlijk verhaal. Die ouwe dame doet het nog steeds goed. (HM).
    En alweer zo geschreven alsof ik er zelf bij was.
    Dat omdraaien en terug gaan is geen schande hoor. Heb ik ook een keer gedaan. Liever een keer te vlug dan een keer te laat.
    Het laatste stuk naar Bonaire wordt een eitje. Beetje aan de wind, minder stroom en een prachtig eind doel. We kijken naar jullie uit!

  9. Gerard Hougée Beantwoorden

    Wat schrijf je toch mooi Yvonne! Soms spannend, soms journalistiek. Ik volg jullie al vanaf Maastricht en wens jullie een goed verblijf op Bonaire. Wij waren daar ooit ook.

Laat een antwoord achter aan Erik van Poppel Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *