Zout, zout en nog meer zout, december 2018

Bakken buiswater over het dek. Regelmatig een flinke guts in de kuip en één keer de kajuit in. Veel zon, diepblauw water, af en toe een buitje. Heel veel niks doen, beetje katterig, Taurus en Popeye die het werk doen. ‘S nachts drie uur wacht draaien (en buiten een beetje dutten) en daarna drie uur slapen. Strak aan de wind zeilen we van Bonaire naar Puerto Rico. Althans, dat is de bedoeling.

Nadat we door een paar grote dolfijnen zijn uitgezwaaid en de noordwestpunt van Bonaire hebben gerond schakelen we Popeye uit en Taurus in. Onze windvaanstuurinrichting stuurt loeischerp aan de wind. Nadat Koen ‘m heeft gereviseerd met onderdelen die hij in Nederland heeft laten maken door onder andere broer Do, is Taurus speling-vrij en werkt top.
De eerste 50 mijl worden we door de sterke westelijke stroming zeker 35 graden opzij gezet. Als dit zo blijft dan komen we uit in Haïti en dat is nou toch net waar we niet naar toe willen. Gelukkig neemt de stroming na een mijltje of 50 enigszins af waardoor we nog maar 10 à 15 graden ‘afdwalen’. Overdag lijkt het met een oost-zuidoosten wind van tussen 15 en 22 knopen (windkracht 4 tot 5) soms wel of we op de Virgin Islands terecht kunnen komen. Dat zou mooi zijn. Maar in de nachten draait de wind naar oost-noordoost en blijken de Virgin Islands ijdele hoop en worden de Dominicaanse Republiek of Puerto Rico weer het meest haalbare. Ach, we zien het wel. Als we maar binnen een etmaal of vier ons anker kunnen laten vallen op een goed beschutte plek. Aan het einde van dag 5 wordt namelijk een bak wind voorspeld waar we liever niet in terecht willen komen. Maar daarover maak ik me vooralsnog weinig zorgen. De af te leggen afstand is een kleine 400 mijl en dat is zelfs voor onze niet al te snelle dame goed te doen in een dag of vier.
De nachten verlopen voorspoedig. We draaien wachten van 3 uur. Het is volle maan en de onstuimige zee wordt breeduit verlicht. De temperatuur is aangenaam, slechts een enkele tanker passeert onze route en dan nog op enige mijlen afstand. Dat maakt dutten tijdens de wachten goed mogelijk. Ik probeer het me dan zo comfortabel mogelijk te maken met kussens en een zitje op de kuipvloer. En dat wil na de eerste nacht zeggen: zilte en kleffe kussens en een zilt en klef zitje. Maar ach als ik er met mijn warme lijf op ligt voel ik het op een keer niet meer…

Douchen op het achterdek is met deze zeegang geen optie. Het is veel te gevaarlijk, met een beetje pech kukel je zo de Caribische Zee in. Wassen met een beetje water en een washandje, geklemd tussen het wasbakje en het wandje van de badkamer moet ons fris houden. Het is overdag warm en als de zon in de middag precies in de kuip schijnt zweet ik behoorlijk. Zelfs als ik niets doe. We lessen de dorst met liters water. Maar al met al is het waterverbruik tijdens zo’n zeiltocht vele malen minder dan als we voor anker liggen, zwemmen en douchen. Als Koen na de tweede dag de zoetwatermeter checkt en ik vanuit de kuip mee gluur, zijn we allebei verbaasd. De meter staat namelijk op 100%. Dat is pas zuinig omgesprongen met de watervoorraad… Koen z’n stille vermoeden blijkt echter waarheid. Omdat we de hele reis al hellen over de bakboordboeg en er om de paar golven enorme hoeveelheden zeewater tegen die boeg omhoog klappen, loopt de ontluchting van de watertanks vol met zout water. Gevolg: iedere liter zoet water die we verbruikt hebben is netjes aangevuld met zout water. Gevolg: de zoetwatertanks zijn omgetoverd tot brakwatertanks. We vonden de koffie en thee al een beetje vreemd smaken en de dorst ging er ook niet van over 🙁 … Grrrr…. Gelukkig hebben we nog ruim 50 liter zoet water in 8-liter-petflessen aan boord.

Op de derde dag overleggen en berekenen we het verdere zeilplan. We komen óf in de nacht aan in Ponce, halverwege de zuidkust van Puerto Rico, óf met een extra nacht door zeilen (oftewel motorzeilen tegen de wind in) op de bij Puerto Rico behorende eilanden Vieques of Culebra. Omdat we al een uurtje of 20 gemotord hebben vanwege de sterke stroming in het begin van de trip, zijn we het er over eens dat we zeilend land willen bereiken en niet nog meer willen motoren. Het wordt dus Ponce. Maar niet in het donker… Dus gaat Koen tijdens zijn wacht ‘bijliggen’ (de zeilen zo zetten dat het schip met de kop in of een beetje dwars op de wind blijft maar nauwelijks voortgang maakt, je ligt dus eigenlijk stil en verplaatst nog bijna uitsluitend door stroming en golven). Als ik de wacht van hem overneem zijn we slechts drie mijl afgedreven (een beetje naar zuidwest) en kunnen we onze koers richting Ponce weer zeilend oppakken. Bij daglicht zijn we nog 10 mijl van het eiland verwijderd en roept Koen via de marifoon de US Coastguard aan. Iedereen die hier al heeft gezeild heeft ons aanbevolen dit ruim voor aankomst te doen. Dus: “Do we have permission to enter the Puerto Rican waters?” Na de vragen met hoeveel personen we aan boord zijn, onder welke vlag we varen en of we een commercieel of recreatief vaartuig zijn, krijgen we toestemming. We noteren alles netjes in ons logboek. Want ook dat schijnen ze hier heel fijn te vinden: een correct en met detail bijgehouden logboek. Iets waar wij normaal gesproken toch iets minder nauwkeurig mee omspringen. Maar als die Amerikaanse Puerto Ricanen of Puerto Ricaanse Amerikanen dat graag zien dan doen we dat toch gewoon!

Een paar uurtjes later zoeken we een ankerplek in de kleine baai bij de Ponce Yachtclub. Er liggen een stuk of 12 zeiljachten aan moorings. Waarvan zeker vier zonder mast. Gevolgen van hurricane Maria die hier in 2017 overheen raasde? Slechts twee cruisers zien we. Beiden Amerikaans. Waarvan één ‘niet thuis’ en waarschijnlijk voor de kerstdagen naar de USA.
De baai is goed beschut, het water een beetje groenig maar best helder. Volgens de cruisingguide is de promenade langs de baai, genaamd La Guancha, heel levendig en altijd vol vertier. We zien echter een op meerdere punten ingestorte houten boardwalk en de terrassen en restaurants ogen stilletjes en leeg. Hmmm, eerste indruk is niet echt helemaal fantastisch. We zullen zien.
We ruimen wat op, laten de watertanks leeg lopen en Koen zet de watermaker aan om deze door te kunnen spoelen. We lunchen. Ik constateer grommend dat het in de slaaphut een beetje heeft gelekt en ons matras dus een beetje nat is. We nemen de omgeving in ons op en ik was mijn haren. Wat een genot!

Nog altijd geen kustwacht gezien die, volgens de verhalen, aan boord komt om te checken of je geen verse etenswaren zoals vlees, melk, groenten en fruit hebt meegebracht. Omdat men bang is voor ziektes en epidemieën mogen deze zaken niet aan land komen. Heb je deze levensmiddelen aan boord dan worden ze geconfisqueerd. Helaas hoorden we dit verhaal pas nadat we al gebunkerd hadden op Bonaire. We hebben de afgelopen dagen dus heel hard ons best gedaan om alle appels, sinaasappels, paprika’s, tomaten, komkommers etc. op te eten. Ik heb zelfs vanochtend om 8.30 uur nog wortelstamppot met uien staan koken zodat we de overgebleven wortels en aardappels niet in een container zouden zien verdwijnen. Als het eten bereid is schijnt het namelijk wel ok te zijn… Nu maar hopen dat de vele pakken houdbare melk, vacuüm verpakte kaas en vleeswaren niet als ‘vers’ gezien worden.
Na de lunch roepen we de coastguard maar weer op, ons geduld is nu wel genoeg op de proef gesteld. Wederom een zakelijke doch vriendelijke man. Stelt wat vragen, hoe laat we gearriveerd zijn en waar geankerd. Dan wordt het even stil. Na enkele minuten (en een check in hun systemen en/of overleg met een meerdere?) meldt meneer de US-Coastguard dat er geen boarding zal plaatsvinden. Met andere woorden: we hebben onszelf de afgelopen dagen voor niets volgepropt met een overdosis vitaminen. Maar ik ben allang blij. We hebben niets te verbergen, maar van die geüniformeerde pottenkijkers aan boord voelt toch een beetje unheimlich.
Wat is nu verder de bedoeling? We moeten bellen naar Customs en zij zullen ons verder instrueren. Tja, dat wordt lastig want we hebben wel een mobiele telefoon maar geen telefoonkaart waarmee we hier kunnen bellen. Via onze nieuwbakken Amerikaanse zeilburen (ook zonder mast maar die schijnt voor onderhoud en nieuwe bekabeling op de wal te liggen), die wel voor ons willen bellen maar ook verwijzen naar het kantoor van de jachthaven waar je blijkbaar digitaal kunt inklaren, op zoek naar een telefoon.

De dame bij de receptie van de jachthaven wijst op een reuzen-iPad waar we digitaal kunnen inklaren. Wat hip! We gaan aan de slag en na wat gepuzzel en gezucht en gemopper voltooi ik het proces. In beeld verschijnt een venster dat een Customs-officer onze aanvraag gaat beoordelen. ‘Please wait for further instructions’… balkje van links naar rechts van links naar rechts van links naar rechts…
Met onze telefoon zitten we inmiddels op het WiFi-netwerk van de marina. Da’s fijn, even contact met het thuisfront. Plots verschijnt er een e-mail van señor Ruiz. Of the capitain van de Heavy Metal telefonisch contact met hem wil opnemen. Dat kan via de telefoon die naast de iPad is geplaatst. Ik neem de rol van kapitein maar even op me. Señor Ruiz spreekt Engels met een sterk Spaans accent. Dat in combinatie met een loeiende airco boven mijn hoofd maakt het lastig hem te verstaan. Weer een heleboel vragen. Één daarvan is of we een Amerikaans visum hebben. Van het bevestigende antwoord wordt hij blij. Uiteindelijk meldt hij dat hij contact gaat opnemen met ‘ik weet niet wie’ en dat wij bij de jachthaven moeten wachten. We nemen plaats op een bankje en wachten en wachten. Dan komt één van de medewerkers van de haven binnen. Hij heeft buiten twee heren van Customs & Borderprotection zien lopen. Of die misschien voor ons komen? Si! Hoogstwaarschijnlijk wel! Hij gaat de heren waarschuwen en enkele minuten later worden we door de geüniformeerde mannen naar buiten gedirigeerd. Onder een overkapping worden staand aan een tafeltje formulieren ingevuld. Dat heb ik digitaal toch al gedaan?… Maar ik zeg maar niks. De kleinste van de twee, die zo in een Amerikaanse aflevering van Border Control kan, start met het verhoor. Waar we vandaan komen? Wat onze plannen zijn? Of we een Amerikaans visum hebben? Wat onze relatie is? Wat onze beroepen zijn? Waar we alles van betalen? Hij inspecteert onze paspoorten nauwkeurig en kijkt ons diep in de poppetjes van de ogen. Dan komt er een koffertje voor de dag met daarin een prachtig assortiment stempels. En yes! Één daarvan mag in onze paspoorten. Op onze in Curacao toegekende US visa. Met de melding dat we ons nu op het land mogen begeven, wherever we want to go. En dat we 6 maanden mogen blijven als we dat zouden willen. Dat is één. Nu onze Iron Lady nog legaliseren. De andere officer, een lange kerel met van die lieve droopy-ogen, vertelt ons dat we geen afval mogen dumpen van alles wat we aan etenswaar hebben ingevoerd in Puerto Rico. Dat houdt in geen etensresten, maar óók geen verpakkingsmaterialen. Voor de hurricane waren er op diverse plaatsen, waaronder hier in de jachthaven, speciale containers voor (mogelijk) besmet afval maar die zijn er helaas niet meer. Die rotzooi moeten we dus aan boord houden. Heftig bevestigend knikkend beloven wij dat we ons afval zullen sealen en aan boord houden. Op Bonaire hoorden we namelijk verhalen over boetes van $ 2.000,- als je dat toch doet…
Señor Één blijkt ooit in Nederland geweest te zijn. In Oikenoof. Waar??? Na zijn uitleg over de flowers is het duidelijk dat het om de Keukenhof gaat. Hij vond het prachtig en is ook naar een shoe-factory geweest. Ik pijnig mijn hersenen. Hoezo, wat, waarom, welke schoenontwerper is in Nederland zo beroemd dat Amerikaanse toeristen daar naar toe gaan? Maar ach, stom… het gaat natuurlijk om de wooden shoes, de klompen! Na deze prietpraat wordt ons registratiebewijs van de boot in zijn legerrugzak gestopt. Dat krijgen we morgen terug. Na betaling van $ 19,-. En dan kunnen we ook een cruising permit, waarmee je hier (en in de hele USA) overal vrij kunt ankeren, aanvragen. Deze permit kan afgegeven worden voor een periode van tussen 1 en 12 maanden. Welke termijn ons toegekend zal worden? Dat weet hij ook niet. Dat is afhankelijk van onze reisplannen en het humeur van de betreffende officer. Lekker vaag…. Om 9.00 uur melden bij the big pink building van Customs, een paar minuten met de taxi of een half uurtje lopen hier vandaan. Yes sir!

‘s Avonds blijkt La Guancha nog steeds vol leven. We horen diverse bands en muzieksoorten door elkaar. Het kan ons niet deren, we doen oordoppen in en zijn zo moe dat we tot het ochtendgloren in dromenland verkeren. Als ik wakker wordt ruikt het ontwakende land anders dan op Bonaire en Curacao. Het ruikt naar loofbomen, naar iets frissere nachten, het ruikt naar aarde, naar het koele ontwaken op een zomerse dag in Nederland. Het ruikt goed. Het lonkt. Het vraagt om op te staan. En dat komt goed uit want we willen zeker niet te laat komen bij Customs voor het verdere proces van inklaren.

De pink building is een, zeker gezien de omgeving, imposant en goed onderhouden gebouw uit de 19e eeuw. We bellen aan. We krijgen te horen dat we op Amerikaans grondgebied zijn en geen wapens mee naar binnen mogen nemen. Goh, laten we die nu ook net niet bij ons dragen. Dan volgt registratie, onze rugzak door een scanner, wij door een detectiepoort. De security guard, kaal, glad geschoren, in uniform met strak gestreken vouwen, neemt plaats achter zijn koloniale bureau en leest de krant. Wij wachten. Koen begint voorzichtig een praatje. En señor Security vertelt in Spaans Engels. Hij vind het wel bijzonder dat we uit Nederland komen. Maar weet volgens mij niet eens waar het ligt.
Dan mogen we naar boven. In een mooie ruimte vol historische boeken en voorbeelden van alle insecten en ander gespuis waarvan men niet wil dat wij dat als buitenlanders invoeren, worden de zaken verder afgehandeld. Koen mag achter een sjiek bureau plaatsnemen. De captain van het schip moet hier alles regelen, ik ben ‘maar bemanning’. Wederom formulieren invullen. En de $ 19,- betalen. Dan komt señor Cruising Permit. Met een permit voor een jaar. Koen straalt met een lach van oor tot oor en bedankt de señor uitvoerig voor het toekennen van de maximale termijn (alhoewel we die waarschijnlijk helemaal niet nodig hebben…). Maar señor wordt er blij van. En als de geüniformeerde mannen hier blij zijn, zijn wij blij. Zo werkt het.
We mogen gaan, alles geregeld!

Ponce verkennen. Een grote stad met 190.000 inwoners. Op zoek naar historisch downtown. Het is hier Caribisch op z’n Amerikaans. Grote glimmende en extra lange trucks, heel veel autodealers met vlaggetjes en ander uiterlijk vertoon. Caribische bouw, veel gekleurde huizen en net iets beter onderhouden dan op de Westindies waar we in het begin van dit jaar waren. Veel groen, struiken, bloemen en bijzondere bomen met een pastel gemarmerde stam. Overal trottoirs en (bijna) overal rekening gehouden met rolstoelers.
Downtown fraaie koloniale gebouwen, mooi gerestaureerd. Vanaf het Cruceta del Vigía (een dertig meter hoog kruis waarin je met een lift naar boven kunt, een monument ter herinnering aan de uitzichtpost die hier eeuwen geleden zorgde voor het spotten van schepen die goederen kwamen afleveren of een aanval wilde plegen) een prachtig uitzicht over de stad, de kust en de haven. Leuke winkelstraten, goedkope kleding. Soms een wijkje dat iets minder betrouwbaar oogt, maar ons nog altijd niet verhindert er doorheen te wandelen. Diverse behulpzame inwoners die ons de weg wijzen, uitleg geven en de bezienswaardigheden opsommen. Tegen vieren in de middag hebben we toch zeker 15 kilometer in de benen zitten. We zijn inmiddels op de terugweg en op zoek naar een supermarkt. De app Maps.me, onze bijbel voor wat betreft routebeschrijvingen en zoektochten naar winkels, wijst ons de weg naar een grote mall. Daar zal toch zeker ook wel een supermarkt zijn. De parkeerplaats is huge en staat vol. Dit doet vermoeden dat het hier druk is. Het ontbreken van winkelwagens doet vermoeden dat hier geen supermarkt is. Ik ben niet zo goed thuis in de Amerikaanse winkelketens en weet niet wat de op de bewegwijzering aangegeven namen als J.C. Penny, Macy’s en Sears voor een soort winkels zijn. Als we de mall in lopen blijkt een enorme foodcourt bomvol te zitten. Het overdekte winkelcentrum is groot en groots met een grote G. We moeten het even in ons opnemen. Dan spreekt een kale man in een strak zwart T-shirt en zwarte broek, opvallend kruis om zijn hals, ons aan. “Do you recognize me?” Jazeker, we herkennen de man. We hebben hem eerder gezien maar ik kan hem even niet plaatsen. Hij is afgewerkt en nu met zijn familie uit, hier in de mall. We babbelen wat over onze eerste indrukken van Ponce en vragen hem naar een supermarkt hier in de buurt. Helaas weet hij die geen, tenminste, niet op wandelafstand. Als we afscheid nemen kijken Koen en ik elkaar aan. Wie was die man ook alweer? Tussen de grote hoeveelheid indrukken is het even goed zoeken. En dan schiet het Koen te binnen: het was señor Security van de pink Customs building. Wat leuk! Hoe is het mogelijk? We zijn pas 30 uur in Puerto Rico en komen nu al een bekende tegen!

We scoren een internetkaartje van maar liefst 10 gigabyte met onbeperkt bellen in de US en sms en mms en zelfs 100 internationale belminuten. Dertig dagen lang alle opties en dat voor ‘slechts’ USD 39,-, dat valt alleszins mee. De perfect opgemaakte dame weet ons ook te vertellen dat er naast de mall een supermarkt is. We hoeven alleen maar de roltrap af, de mall uit en de straat over te steken en staan in een grote supermercado met een zeer uitgebreid assortiment tegen redelijke prijzen. We zijn moe, kopen het hoognodige en rekenen af. In de rij bij de kassa komt een jonge Puerto Ricaanse op ons af en vraagt ons waar we vandaan komen. “From Holland, the Netherlands.” Ah! Ze had ons horen praten en vond het zo’n vreemde taal. Ze werd nieuwsgierig en trok gewoon de stoute schoenen aan om het te vragen. Of we hier wonen? Nee hoor, we zijn ‘op vakantie’. Met een brede glimlach wenst ze ons een hele fijne tijd toe op haar prachtige eiland. Wat een lieverd.

Buiten lessen we zittend op een bankje onze megadorst met behulp van de gekochte 2 liter water. Maps.me erbij. Oeps, de weg naar ons drijvende huis is nog 6 kilometer lang. Dat redden we niet eens meer voor het donker en de hele dag sjokken begint ook z’n tol te eisen. Taxi zoeken dan maar. We staan wat rond te kijken als we wederom worden aangesproken. Een dame van middelbare leeftijd vraagt of we iets zoeken. Jazeker, een taxi. Gelijk horen we van de andere kant: “you need a taxi?”. Een stoere vent, vol tattoos, baseballcap op, baard van een paar dagen, net niet smooth en fout genoeg om door te gaan voor een Puerto Ricaans bendelid van de Jets of de Sharks uit West Side Story, vergezeld door een oude, magere, enigszins sjofel uitziende man. De jongeman heeft wel een telefoonnummer van de taxicentrale voor ons. En hij wil ook wel bellen. Ik zie onze iPhone overgaan in getatoeëerde handen. Zou hij hard kunnen rennen?… Als hij na enkele belpogingen met ‘geen gehoor’ nog steeds naast ons staat weet ik dat ik weer véél te wantrouwend was. De Puerto Ricanen zijn gewoon vriendelijk en behulpzaam. Wederom zo’n lieverd. Het voelt zo ontzettend welkom!

Even later rijdt de taxi voor. Als de chauffeur bij de slagboom van de yachtclub waar we onze dinghy hebben liggen wordt tegengehouden blijft hij vasthoudend en regelt dat hij ons zo ongeveer naast de dinghy mag afzetten. De lieverd 😉 .
Pfff, wat een belevenissen op één dag. Daar moeten we even van bijkomen. De komende dagen verhalen schrijven, relaxen, ons onderdompelen in de muzikale kakofonie van La Guancha en boot poetsen. Gelukkig krijg ik bij dat laatste hulp. Niet van de aardige bevolking dit keer, maar van de weergoden. Op het moment dat ik dit schrijf valt er heerlijk zoet water uit de hemel. Veel zoet water. Zoet water dat de HM ontdoet van zout, zout en nog meer zout.

20 gedachten over “Zout, zout en nog meer zout, december 2018

  1. lamarends Beantwoorden

    Ik heb jullie van begin af gevolgd ,wat een prachtige belevenis ,en de verhalen zijn allen mooi omschreven ,geweldig deze te lezen .
    wij wensen jullie een voorspoedig en een gezond 2019 en hopelijk mogen er nog vele verhalen volgen .

  2. wilma Beantwoorden

    goede morgen, de laatste dag van het jaar .weer een spannend verhaal. lijkt wel film als je aan gaat melden. geniet ervan proberen wij dat ook dikke vette groeten van ons wilmolger

  3. Peter Beantwoorden

    Mooie story weer. Het gaat jullie goed hihi.
    Kan niet wachten op het volgende stuk. Goede jaarwisseling en goed begin.
    Groeten uut Cuuk

  4. Andrea Beantwoorden

    Lieverds. Wat heerlijk daar! En wat fijn om gewoon grond xxx en bomen te ruiken! Wel fraai gekleurde vogels daar? Dat horen we nog wel.
    Dank voor dit weer mooie verhaal! ♥️

  5. Jeroen Beantwoorden

    Weer een fantastisch leuk verhaal. Overigens lange tijd niet meer van jullie gehoord. Gelukkig gaat het jullie goed. Beste wensen alvast en we blijven jullie met belangstelling volgen. Grt Jeroen van Druten (Reed van Batavia, Grave)

    • Ernst

      Mooi verhaal wederom! Wij zijn verleden maand weer terug gekomen na een hele maand door zuidwest USA te hebben getoerd. Ook wij niets anders dan lieve en behulpzame Amerikanen ontmoet. Ons geen moment onveilig gevoeld. Deed ons realiseren dat ons beeld van Amerika in Europa toch behoorlijk is vertekend door media TV en film.

      Geniet verder met volle teugen!

    • Carolien

      Alweer een spannend verhaal. Super dat alles weer goed gegaan is.
      Heerlijk dat de watervoorziening weer in orde is. Dan weet je pas wat je mist!!!!
      Alle zorgen weer aan de kant en met volle teugen genieten van het nieuwe oord.
      Heel fijne jaarwisseling en een gezond 2019. Dikke pakkerd Peter & Carolien

Laat een antwoord achter aan Anja Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *