Na regen komt zonneschijn, 24-02-2018

Saint Lucia, een groene parel in de Cariben. Onze eerste kennismaking met deze regio. Hoge verwachtingen hadden we. Die door de toch ietwat pittige oversteek alleen maar groeiden en groeiden. Inmiddels tot iets wat overeen moest komen met het paradijs, wat dat dan ook mag inhouden.
Inklaren dus zodat we dit eiland kunnen gaan verkennen. De Customs & Immigration houdt kantoor in de marina. De rij is te overzien en we vullen de benodigde formulieren in. Als we aan de beurt zijn blijkt dat we 100 dollar moeten betalen. Dat wisten we niet, we verwachtten alleen 30 dollar belasting voor de boot te moeten betalen. Het lijkt overigens allemaal heel duur, maar het betreft hier East Caribean dollars en 100 dollar is iets meer dan € 30,-. We hebben geen contanten, pinnen kan er niet en onze creditcard ligt op de boot. Op zoek naar een geldautomaat dan maar. We lopen richting het centrum en doen onze eerste indrukken op. Er is een groot verschil tussen de toeristische gebieden en de delen waar de lokale bevolking woont. Het verschil tussen mooi, modern en redelijk goed onderhouden en armoedig, kleurrijk, zwerfafval, overwoekerde groene bermen en jungle-achtige bebossing. Na 6 automaten hebben we prijs en met onze buit gaan we terug naar de beambte. Ik vraag nog even hoeveel we moeten betalen als we uitklaren. Dan weten we wat we aan vreemde valuta moeten achterhouden voor vertrek. “Oh, als we van maandag t/m vrijdag komen is het gratis, in het weekend 100 dollar.” Grrrr, dus alleen omdat we op zaterdag komen inklaren, tijdens reguliere openingstijden voor dit kantoor want het is 7 dagen per week open, moeten we nu dokken. Big business hier. Gedurende onze twee bezoekjes is er toch minstens 1000 dollar gecasht… Nou ja, weer iets geleerd, nooit meer in- en uitklaren in het weekend.
Bam, bam! Stempels in het paspoort en dan kunnen we met ons Veertje terug naar de HM.

We zijn moe. Lijken een soort jetlag te hebben. Willen eigenlijk vooral niets doen. Slapen. Luieren. Ik heb echt nergens zin in. Ik verveel me niet maar heb ook geen zin om iets op te pakken. Zo gaan de eerste dagen voorbij. Boatboys komen groente, fruit en marihuana verkopen. Zou het aan de Nederlandse vlag liggen 😉 ? Ook je wasgoed kun je afgeven aan een leuke gast met prachtige tattoos in een houten bootje met in sierlijke letters ‘Sparkle Laundry’. Na drie weken op zee is de stapel vuile handdoeken en beddengoed groot, dus dat doen we dan maar. Geen bewijsje dat je iets hebt meegegeven, geen naam op de zak wasgoed. Als dat maar goed komt… En ja hoor, de volgende dag wordt heerlijk fris en zacht wasgoed afgeleverd in de waszak waar nu een sticker ‘solid metal’ op zit. Het kost een paar dollars, 60 om precies te zijn, maar dan heb je ook wat 🙁 .
Dat laatste in combinatie met wat heimwee, brengt ons, maar vooral mijzelf de eerste week behoorlijk uit evenwicht. Dit land voelt vreemd, ver van huis en het lijkt of je overal voor moet betalen. De boodschappen zijn aan de prijzige kant. Leggen we aan bij een pontoon blijkt dat we op een Nationaal Park zijn geland en entree moeten betalen. Willen we ons afval van drie weken dumpen: eerst een ticket kopen. Met de dinghy naar het strand: een groot deel is privaat van de grote en super-de-luxe all-inclusive resorts.
Rodney Bay is een hele grote baai, het land en haar activiteit voelt ver weg. De zon schijnt uitbundig, maar het regent ook behoorlijk veel en vaak. Flinke buien, 10 minuten en dan weer zon. Er gaan weinig dagen voorbij dat we niet één of meerdere regenbogen zien. En dan de wind. Het waait hard, bijna de hele dag rond de 20 knopen (windkracht 5). Warme wind weliswaar, maar we moeten er nog wat aan wennen. Al met al voelt het nog even niet als een paradijs.

Ondanks dat alles maken we mooie wandelingen en praatjes met de lokale bevolking. We zeilen heerlijk met ruime wind naar Marigot Bay. Een relatief kleine baai met een idyllisch strandje met palmbomen, twee resorts en een kleine maar luxe marina. Ons anker ligt, op de tweede dag nadat we opnieuw hebben geankerd omdat we waren gaan krabben, muurvast in de modder. Hier houden we het wel even uit. En langzaam maar zeker valt alles op z’n plaats.

We pakken de bus naar Castries, dat wil zeggen een minibusje waar 15 personen in kunnen. Het kost bijna niets, de busjes worden lekker vol gepropt, er is geen dienstregeling en ze stoppen waar je maar wilt uitstappen. Een top systeem! Daar kan Nederland nog wat van leren. Het is zaterdag en enkele vrouwen en kinderen zien er om door een ringetje te halen uit. Ik kan mijn ogen niet afhouden van de ingenieuze kapsels met vlechten, meerdere knotten, strak gestyled of juist kroezend de lucht in. Het is zulk bijzonder en prachtig haar! Halverwege stapt er nog een dame in, gehuld in een met bonte bloemen bedrukte jurk, kanten bolero en schattig hoedje. Ze is zeer voluptueus en dan vooral op het gebied van billen, heupen en borsten. Wij zitten op de achterbank. Het enige plekje dat nog vrij is is naast Koen. De vrouw, die ik zo kan plaatsen in een schommelstoel op het houten terras van haar huis in Alabama, wringt zich er, vriendelijk groetend tussen in. En daar zitten we dan, ingeklemd tussen het raam en heel veel dame. Bij een kerkje stapt het hele gezelschap uit. Vandaar dat ze zo mooi uitgedost waren!

In Castries, blijkbaar ‘the place to be’ voor de enorme cruiseschepen, gaan we naar de markt. Eens kijken of etenswaren daar een beetje beter betaalbaar zijn dan in de supermarkt. We komen terug met allerlei groenten en fruit, eieren en een bonito van een vismarkt waar het echt te ranzig voor woorden is. Maar ach, iedereen leeft hier nog dus het moet voor ons ook eetbaar zijn. En het visje is verrukkelijk, een feestmaal.

We kijken onze ogen uit als de superjachten naar de marina varen en hebben dagelijks gratis entertainment als andere zeiljachten of catamarans slecht zijn in ankeren, vastlopen in ondiepten, ankers los slaan en boten gaan driften, richting open zee of ander boten meeslepen in hun drama. Waarbij we altijd maar weer een kruisje slaan dat het ons zelf allemaal niet zal overkomen.

We hebben hele gezellige Amerikaanse en Noorse buren, borrelen, gaan er op uit en slurpen alle info, tips & trics van de bemanningen op. We bezoeken een rumfabriek en uiteraard proeverij. De bedoeling is om er naar toe te wandelen. Onderweg worden we aangehouden door een pittige tante die bananen- en papaya chips wil verkopen. We vragen haar de weg naar de rumfabriek. Ok, zus en zo, slechts 500 meter, maar je MOET de minibus pakken want het is gevaarlijk om er naar toe te lopen. Je kunt op die weg zo bestolen worden! Ze houdt een busje aan (waarschijnlijk bestuurd door een kennis), wij stappen in en vragen de chauffeur onderweg of het gevaarlijk is om deze weg lopend af te leggen. “Nee hoor!”, zegt hij met een onschuldige glimlach, “not at all…”. Wij weten genoeg. Koop je geen chips, dan zorgen we toch gewoon dat je je dollars op een andere manier in de lokale economie van Saint Lucia pompt?!… We moeten er met z’n allen hard om lachen. De rit met het busje kost ons ieder omgerekend 70 eurocent, we vinden het prima, maar ook uiterst gewiekst. Overigens nemen we op de terugweg ook het busje, de weg blijkt namelijk behoorlijk druk, er is geen voetpad en ze rijden hier als gekken. Als voetganger ben je hier behoorlijk vogelvrij verklaard. Gewapend met heel veel goede zin en enkele flessen rum vertrekken we huiswaarts na eerst nog het happy hour bij de marina meegepikt te hebben.

De Amerikaanse buurvrouw Cori vraagt waar ik mijn haar heb laten knippen. Koen vertelt haar met een big smile dat het hippe kapsel door hem gecreëerd is. Hey, dat is mooi! Of Koen haar dan ook wil knippen? Koen twijfelt maar maakt toch een afspraak voor de volgende dag. ‘s Ochtends slaan de zenuwen toe. “Zal ik het maar afzeggen? Ik kan dat toch helemaal niet!?” Als Cori aan boord stapt vraag ik haar ook nog maar eens of ze wel weet dat zij pas het tweede slachtoffer is. “Ja hoor, geen probleem!”, en dat dan the American way met een heerlijk Amerikaans accent. Ik geniet daar zo van.
Na een kop sterke koffie gaat Koen aan de slag met schaar en tondeuse. De harde wind en een wiebelende boot zijn extra handicaps. Maar het resultaat is zeker niet slecht. Het belooft veel goeds voor de toekomst en ik blijf in ieder geval klant 🙂 .

Met de hele anker-clan toeren we in een mini-van over het eiland en we heffen het glas als één van de dames na een bezoek aan haar moeder in de USA weer terug aan boord is.
De mangrove, grenzend aan de baai, wordt verkend. Via een smal en steil pad, op sommige delen voorzien van een touw zodat je je enigszins naar boven kunt trekken, komen we bij een gaaf uitzichtpunt. Na een korte pauze wandelen we door de weelderig groene mangrove bergafwaarts, terug naar de baai.

De sociale contacten en het knusse, compacte Marigot Bay verdringen heimwee-gevoelens naar de achtergrond. We hebben weer zin om plannen te maken: eerst gaan we naar Martinique. Een Frans eiland net ten noorden van Saint Lucia. We gaan er grote inkopen doen. Proviand en bootspullen zijn er blijkbaar relatief goedkoop en er is veel keuze. En ze hebben er natuurlijk uitstekende Franse wijnen, kaasjes, patés etc., etc. Nadat we ervoor hebben gezorgd dat de waterlijn van de HM weer een stukje onder water ligt en het eiland rustig verkend hebben, zetten we onze tocht weer verder. We willen dan naar het zuiden afzakken. Saint Vincent, Tobago Keys, Grenada. Op zoek naar helder water en mooie duik- en snorkelplekken.
Het orkaanseizoen gaan we doorbrengen op Curaçao. Daar komen Paul en Marion op bezoek, een heerlijk vooruitzicht. En wie weet wie nog meer? Een back-to-basic-genietvakantie op de HM op Curaçao is immers onvergetelijk… 😉 .

Voor foto’s zie Fotogalerij.

19 gedachten over “Na regen komt zonneschijn, 24-02-2018

  1. jan janssn Beantwoorden

    Wat een mooi verhaal,wat kun jij mooi schrijven.
    Wij genieten er van , goede reis verder en geniet er van
    Annie en Jan

  2. Theo Beantwoorden

    Blijft leuk om alles zo mee te beeleven. Ik hoop dat er een boek van komt met foto’s.
    Een exemplaar heb je dan al verkocht.
    Theo en Marian

  3. Roni Beantwoorden

    Mera mucha mera mucha stop die joraa, na na na na botta bao. Dat was het liedje dat ik van juf Ehren heb geleerd in de 4e klas. Zoals Andrea zei, kwam zij van Curacao. Leuk Koen en Yvonne! Hier wordt het donderdag -10 met een gevoelstemperatuur van -15. Jaloers? Niet echt, het gras is altijd groener aan de overkant ;-).

  4. Anoniem Beantwoorden

    Lieverds. Wat heerlijk!
    Toch een beetje thuis aan de overkant!
    De namen van de plekken waar jullie naar toe willen worden ook weer wat bekender. Martenique, hebben we wel van gehoord. En Curaçao, volgens mij begint mijn herinnering aan dat eiland bij juffrouw Ehren van de 4e klas…
    Bezoek aan boord daar? Leuk Joh!
    Kus
    Andrea

  5. wilma Beantwoorden

    heerlijk wakker worden die warme verhalen hier is het koudddd .geniet er van en tot het volgende verhaal groet kus poot wilmolger

    • Carolien

      Hallo lieve Yvonne & Koen
      Heerlijk warm verhaal. Eindelijk weer wat rust en warmte .
      Genieten van al het mooi’s aan de andere kant van de wereld.
      Wie weet!
      Heel veel liefs en groeten van Peter & Carolien. Dikke knuffel

Laat een antwoord achter aan wilma Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *