Erwtensoep met letter-vermicelli, 22-07-2016

IMG_7598Afgelopen maandag is onze wereldreis begonnen! Tot die conclusie kwamen we gisteren. We zijn niet op vakantie, we zijn al op reis. Eerst naar het noorden, dan terug naar Cuijk en dan door naar het zuiden. Dat voelt heerlijk…

We vertrokken vanuit Dinteloord, uitgezwaaid door Dorothé, onze overbuurvrouw in de jachthaven. Onder begeleiding van de zomerzon die zich na een verregend begin van juli eindelijk in volle glorie liet zien. Helaas liet de wind het afweten, dus op de motor naar het Haringvliet om aan het eind van de middag bij Hellevoetsluis voor anker te gaan. De volgende   de middag de Noordzee op, ons doel: Den Helder. We hebben berekend dat we hier zo ongeveer 20 uur later zouden moeten kunnen arriveren. Een kalm briesje uit ONO blaast ons langs de Nederlandse kust vooruit richting het Noorden. De Maasgeul bij Hoek van Holland oversteken, onder deskundige en heel vriendelijke begeleiding van verkeerspost Maasmond achter het enorme containterschip ‘Maersk’ langs, even een foto maken van dit imposante en gigantische gevaarte dat zo dichtbij is, een gil van Koen: ‘Golf!’. Ik kijk niet om, maar ga gelukkig wel gelijk zitten. De punt van de HM schiet omhoog en weer omlaag. Een enorme bak zeewater plenst neer op het dek. De buiskap voorkomt dat het ook de kuip in komt. De waterverplaatsing van de Maersk bracht de HM en haar bemanning even aan het wankelen, maar we zijn daarna beiden ook gelijk weer in balans. Even checken of binnen alles ok is. Op een paar spetters die door de dekpaddestoelen naar binnen zijn gekomen verder geen sporen van onbalans.

We varen de nacht door. Het is bijna volle maan, helder weer, geen wolkje aan de lucht. De nachten zijn nog steeds vrij kort. Wat zullen we doen? Allebei wakker blijven of toch een wachtroostertje maken? We besluiten tot het laatste zodat we morgen niet allebei brak en chagrijnig vanwege slaaptekort zijn. Mijn dienst gaat om 23.00 uur in, Koen gaat slapen tot 1.00 uur. Daarna mag ik 2 uur slapen. Ik stuur wat appjes en zet de wekker elk half uur. Niet om wakker te blijven want de adrenaline houdt me goed helder. Maar wel om te timen goed rond om me heen te kijken en eventuele bijzonderheden te spotten die niet op de plotter te zien zijn. De maan laat een warme bundel licht achter op zee, de sterrenhemel is prachtig en iedere felle, bewegende ster blijkt een vliegtuig te zijn. In het westen blijven de felrode lichten van tientallen windmolens van het windmolenpark op zee een constante factor. De ONO-wind is aangetrokken tot zo’n 14 knopen, de HM loopt heerlijk op de Taurus, de windvaanstuurinrichting, gereefd grootzeil, kotterfok en fok, met 6-8 knopen een lekker gangetje. Het is heel snel 1.00 uur en ik mag gaan slapen. En daar lig je dan in bed tegen de wand van een klotsende boot aan gedrukt. Het klinkt alsof het water de boot binnenkomt. Mijn verstand weet dat dit niet zo is en dat er een goede kapitein achter het roer staat, dus ik val spoedig in slaap. Als ik weer aan dek kom zie ik een verschrikte en verbouwereerde Koen. Hij is behoorlijk ontdaan en dat komt niet vaak voor! ‘We zijn zojuist een immense lichtboei op een meter afstand gepasseerd…. Ik had ‘m niet eerder gezien, waarschijnlijk heeft ie constant in de dode hoek van het fok gezeten…. Ik ben zo ontzettend geschrokken! Dit had zo ontzettend mis kunnen gaan…’ Gelukkig heeft één van de vele beschermengeltjes van Koen ons wederom gered. Hopelijk zijn ze nog lang niet op!…

Het maakt mij echter ook waakzamer. Niet ieder half uur rondturen, maar elk kwartier. Inmiddels komt de zon, die ik gisteravond achter de horizon zag wegzakken, weer boven de horizon uitpiepen. Sprookjesachtig plaatje. Wat een feest om dit mee te maken.

Als Koen rond 7.30 uur weer wakker is zijn we al bijna bij de kop van Noord-Holland. We besluiten samen om niet naar Den Helder te gaan maar naar Texel. De eilanden trekken toch meer dan de stad en we denken daar lekker rustig een beetje slaap in te kunnen halen. In Oudeschild is het echter een gekkenhuis van plezierjachten, bruine vloot en allerlei andere vaartuigen. Nog een geluk dat de vissersschepen allemaal buiten zijn. Op het hoogtepunt (of dieptepunt?) liggen er tussen de 60 en 80 plezierjachten te wachten op een ligplaats in de jachthaven. Deze boten liggen allemaal in de gemeentehaven, aan de bruine vloot en beroepsvaart, tot 10 dik gestapeld. In de jachthaven is geen plaats meer. Wij worden naar de Noorderhaven gedirigeerd, naast ons nog 4 jachten. Omdat wij aan de (damwand)kade liggen, in getijdenwater, zijn we de hele dag doende met het in de gaten houden van de landvasten en de stootwillen. Die laatsten zijn provisorisch zo opgehangen dat ze niet telkens tussen het damwandprofiel verdwijnen, wat helaas niet helemaal is gelukt is zodat we regelmatig weer een stootwil moeten verschuiven.

Het is een gezellig plekje in de haven. Toeristen passeren en blijven even staan, kinderen vangen krabbetjes met kleine plastic hengeltjes. Dan blijft een echtpaar wel heel lang bij onze boot hangen. Het zijn Finnen en ze blijken onlangs een Van de Stadt Zeehond te hebben gekocht. Een opknapper. Ze vragen voorzichtig of ze binnen een kijkje mogen nemen. Maar natuurlijk! Koen en ik proberen zoveel mogelijk info te verschaffen. We hopen dat we ze door onze trots weer heel veel positieve energie hebben verschaft om hun eigen project voort te zetten.

Als we net weer in de kuip zitten horen we: ‘Jullie zijn nog niet vertrokken naar de Middellandse Zee?’ We kijken op, oh jee, wie is dit en waarom weet ik het niet?!?… Al snel blijkt dat ik het niet kan weten. Het zijn de ouders van Eveline. We hebben via email contact met haar, zij heeft samen met haar man en zoontje de tocht over de Belgische en Franse binnenwateren gemaakt die wij ook willen maken en varen momenteel op de Middellandse Zee. Zij hebben een pilot geschreven die wij hebben gedownload. Zij waren ooit geïnteresseerd in de Heavy Metal tijdens hun zoektocht naar een schip om op te wonen en mee naar het zuiden te zeilen. Wij hebben de HM eigenlijk net voor hun neus weggekaapt. Zij hebben ons zien varen toen zij net aan hun reis begonnen waren en op de Kraaijenbergse Plassen overnachtten. Hoeveel mag je in toeval geloven? Ik denk toch dat er ergens iets of iemand zorgt voor deze bijzondere ontmoetingen (zowel digitaal als persoonlijk)… Niet op z’n laatst omdat we aan het eind van de middag te horen krijgen dat we in de omvangrijke jachthaven gestapeld worden. Naast de Van de Stadt van de Finnen…DSC06217

Op donderdag blijven we in de jachthaven van Oudeschild. We maken er een klusdag van. Project watermaker wordt in gang gezet. We lopen samen de aansluitingen en de opstarthandleiding door. En dan volgt een spannend moment: komt er drinkwater, gemaakt uit zeewater, uit het apparaat? Yes!! Het is gelukt, heerlijk helder drinkwater!! Eén klus afvinken.

Dan beginnen we met het knopen van het relingnet aan de reling. Een monnikenwerk. Maar aan het eind van de middag is de klus aan bakboordzijde geklaard. Stuurboord parkeren we maar even, onze ruggen hebben even geen zin meer in nog langer gebukt zitten.

’s Avonds duiken we in getijdentabellen, windrichtingen, koersen, afstanden, aanlegplaatsen. We komen tot de conclusie dat het met de komende dagen N-NO-O-wind niet echt opschiet om richting Cuxhaven te varen. We willen echter liever niet in de jachthaven van Oudeschild blijven liggen (met een liggeld van EUR 32,- per nacht een beetje aan de prijs). Koen heeft een lumineus idee: we varen naar het IJsselmeer en gaan daar voor anker in de buurt van Makkum en de sluis van Kornwerderzand. Een paar daagjes relaxen en wachten op de westenwind die over enkele dagen zou moeten gaan waaien.

Met een mooi noordoosten briesje zeilt de HM op vrijdag over de Waddenzee naar de sluis bij Den Oever. De brugwachter annex sluismeester is zo onvriendelijk om het stoplicht van de draaibrug op rood te gooien op het moment dat er één zeiljacht doorheen is en wij precies de doorgang invaren. Koen schrikt, geeft een dot gas en begint helemaal verontwaardigd te roepen naar de brugwachter die dat uiteraard niet hoort omdat hij ergens ver weg in een torentje zit. Het gaat allemaal goed. De bellensluis door die zout van zoet water scheidt en een heiig en spiegelglad IJsselmeer op. Hier waait het geheel niet. Dat wordt dus op de motor naar Makkum. Koen doet even zijn ogen dicht, ik vaar parallel aan de afsluitdijk. Het water lijkt wel erwtensoep. Het altijd al groen-grijze water van het IJsselmeer zit vol met gifgroene algjes. Kleine groene fliedertjes. Met een bepaalde lichtinval lijkt het bijna fluorescerend groen. Huh, wat zie ik nu? Er drijft letter-vermicelli in de IJsselmeersoep! Aan het schuim, ontstaan door golfjes van boten, hechten algen. Deze algen klonteren weer aan elkaar en vormen letters. Ik zie echt een A, een C, een H, etc. etc. En dan ook nog van die Egyptische hiërogliefen ertussen. Het is een mooi schouwspel dat blijft veranderen. Als Koen even zijn ogen opent zeg ik: ‘Kijk eens, er zit letter-vermicelli in de erwtensoep.’ Koen kijkt me verward aan en vraagt of ik paddo’s of zo op heb. ‘Nee, kijk nu eens, het is echt!’ Koen sluit zijn ogen weer en dut verder.IMG_7591

Misschien is het toch echt tijd om even uit te rusten, bijkomen van alle spanningen en indrukken van de afgelopen weken, van de klussen en de nieuwe zeilervaringen. We gooien het anker uit bij Makkum en openen een koud biertje.

 

 

1 gedachte over “Erwtensoep met letter-vermicelli, 22-07-2016

Laat een antwoord achter aan Roni Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *